Rembrandts late leerlingen
Van 12 februari t/m 17 mei 2015 wijdt Museum Het Rembrandthuis een tentoonstelling aan de leerlingen van Rembrandt die tijdens de laatste periode van zijn carrière, van omstreeks 1650 tot zijn dood in 1669, onderwijs van hem kregen. Het is de eerste in een reeks tentoonstellingen waarin het kunstonderwijs centraal staat. Aan de hand van een kleine negentig schilderijen, tekeningen en prenten van Rembrandts leerlingen en anderen, aangevuld met enkele werken van Rembrandt, wordt de relatie met hun leermeester aanschouwelijk gemaakt. Compositieschetsen die worden getoond zijn exemplarisch voor Rembrandts onderwijs.
Museum Het Rembrandthuis start met Rembrandts late leerlingen een serie tentoonstellingen waarin de praktijk van het kunstonderwijs wordt behandeld. Het kunstenaarsvak is traditioneel van meester op leerling overgedragen. Door die nauwe relatie kan de kunst floreren. De tentoonstelling Rembrandts late leerlingen – In de leer bij een genie vindt in dezelfde periode plaats als de tentoonstelling Late Rembrandt in het Rijksmuseum en is in samenwerking met dat museum tot stand gekomen. Relatie met het huidige kunstonderwijs In reactie op Rembrandts late leerlingen ontwikkelde Non-fiction, een bureau voor culturele innovatie, een presentatie in Museum Het Rembrandthuis onder de titel Studio R. Hierin wordt de relatie tussen meesters en leerlingen in de kunstgeschiedenis – van Rembrandt tot nu – behandeld. In Studio R spreken kunstenaars en andere deskundigen over de actuele betekenis van meester-leerlingrelaties. Want wat hebben hedendaagse 'meesters' als Olafur Eliasson en Marina Abramović gemeen met Rembrandt? De gesprekken zijn live bij te wonen en terug te beluisteren in de studio.
Kunstonderwijs in de 17de eeuwIn Rembrandts tijd werden schilders opgeleid in een hiërarchische structuur, waarbij er een nauwe samenwerking was tussen meester en leerling die meestal jaren achtereen voortduurde. Evenals alle andere schilders had Rembrandt zelf een grondige opleiding genoten bij ten minste twee meesters, alvorens hij als zelfstandig kunstenaar aan de slag ging. Al op jonge leeftijd gaf Rembrandt zelf les. Vanaf 1635, toen hij in Amsterdam zijn eigen werkplaats begon, kreeg hij steeds meer leerlingen. Onder hen bevonden zich grote talenten zoals Ferdinand Bol, Carel Fabritius en Samuel van Hoogstraten.
Rembrandts late leerlingenHoewel Rembrandt in zijn schilderkunstige opvattingen niet de gangbare mode volgde, trok hij na 1650 nog steeds jonge schilders aan, zoals Nicolaes Maes, Willem Drost, Abraham van Dijck, Jacobus Leveck, Heyman Dullaert, Arent de Gelder en Gottfried Kneller. Zonder uitzondering hadden deze kunstenaars al een opleiding tot schilder achter de rug. Zij gingen naar Rembrandt om zich verder te bekwamen voordat zij als zelfstandige meesters aan de slag gingen. Het was deze jonge schilders niet alleen om Rembrandts virtuoze penseelvoering te doen. Zij werden ook aangetrokken door zijn weergaloze beheersing van een breed en veelzijdig scala van onderwerpen en technieken.
Samuel van HoogstratenOpvallend aan Rembrandts late leerlingen is dat sommige van hen eerder bij Samuel van Hoogstraten in Dordrecht hadden geleerd, of met hem in contact hadden gestaan. Van Hoogstraten was in de jaren veertig zelf bij Rembrandt in de leer geweest, keerde naar zijn geboortestad terug en verwees schilders die hij had opgeleid naar Rembrandt door. In 1678 publiceerde hij een kunsttraktaat dat veel inzicht biedt in Rembrandts lesmethode, en dat in de tentoonstelling dan ook een belangrijke rol speelt. Anekdotes uit het traktaat demonstreren op welke wijze Rembrandt zijn leerlingen toesprak en hoe hij hun door het laten maken van compositorische schetsen onderwees in het uitbeelden van verhalende scènes. Hoogtepunten Van een veertiental kunstenaars valt met zekerheid te zeggen dat zij in de onderhavige periode van hem onderwijs hebben gekregen. Van twee van hen kan dat slechts aan de hand van documenten worden aangetoond, maar van de overige twaalf kunstenaars wordt in deze tentoonstelling werk getoond, schilderijen, tekeningen dan wel prenten. Zichtbaar wordt gemaakt in hoeverre aspecten als compositie, kleurgebruik, stijl of de wijze waarop het onderwerp was uitgebeeld schatplichtig waren aan Rembrandt.