Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord
Helpcenter

No Man’s Art Gallery

25 mei - 2014
door Vincent Moleveld
160

Delen

Merijn Kavelaars - Biggetjes in Water, 2013

Emmelie Koster (27), juriste, is vanuit een grap een rondreizende galerie begonnen, No Man’s Art Gallery. ‘Onder het pseudoniem Bob Koster begon ik mijn eigen schilderijen te verkopen,’ vertelt ze. ‘Dat viel op bij andere kunstenaars en zij stuurden mij hun portfolio’s met het verzoek ook hun werk te verkopen. Aangezien het een fictieve galerie betrof en ik dit niet had verteld aan de kunstenaars besloot ik een tijdelijke kunsttentoonstelling op te zetten.’ Hieruit is het concept ontstaan van No Man’s Art Gallery (NMAG) in zijn huidige vorm. ‘Het idee is om in drie maanden tijd vanuit niets een galerie en alles wat daarbij komt kijken op te zetten op een bijzondere locatie ergens in de wereld.’

Art in the Dark - No Man’s Art Gallery

Art in the Dark - No Man’s Art Gallery

Maar hoe pak je zoiets aan? ’Eerst maak ik een studie van wat voor kunst er tot dus ver is gemaakt in een bepaald land. Dat helpt mij later bij het maken van een gefundeerde keuze welke kunstenaars ik wil gaan vertegenwoordigen. De korte looptijd bouw ik expres in, omdat ik weet dat het kan en het mij dwingt door te werken. Daarna is het tijd om een team samen te stellen en gezamenlijk op zoek te gaan naar een locatie. Vervolgens verzamel ik lokale portfolio’s waaruit uiteindelijk drie kunstenaars worden geselecteerd om tentoongesteld en vertegenwoordigd te worden. Ook hierbij speelt het team een belangrijke rol. Zij kennen de lokale markt natuurlijk goed.’, aldus Emmelie.

Fenk Zhang, Untitled, 2012

Fenk Zhang, Untitled, 2012

Dat zij met haar galerie een echte wereldburger is geworden mag duidelijk zijn. Zo vloog Koster in januari 2014 naar Kaapstad en hiervoor zat zij al in Hamburg, Mumbai, Parijs, Kopenhagen, Shanghai en heeft zij haar hoofdkantoor gevestigd in Amsterdam. ‘De kracht van dit concept is een in bijzonder korte tijd, wereldwijd opgebouwd (kunst) netwerk. Hoewel ik zelf na drie maanden weer weg ga is het de bedoeling dat het concept voortleeft. Als er eenmaal een netwerk staat is het natuurlijk zonde dat weg te gooien.’

Hu Xing Yi - Unidentified

Hu Xing Yi - Unidentified

‘Om het succes te consolideren ben ik wel afhankelijk van een goed en betrouwbaar team.’ Zo’n team heeft Koster onder meer opgebouwd in Kopenhagen. ‘Door de sterke band met Denemarken en de goede verkoop organiseer ik daar graag exposities. Inmiddels staat de teller al op vijf. Door mijn ervaring merk ik snel of een netwerk sterk genoeg is om erop voort te borduren.’ Wanneer Koster vertelt over het specialisme van de galerie wordt ze erg enthousiast. ‘Overkoepelende thema’s pas ik niet echt toe, wel zijn alle kunstenaars internationaal veel belovend. Bij ons komen kopers dan ook omdat wij internationale kunst verkopen voor een aantrekkelijke prijs, variërend van 80 tot 5000 euro.’

No Man’s Art Gallery

No Man’s Art Gallery

Waar de galeriehoudster ook erg trots van wordt is de “slum” fotografie wedstrijd die zij heeft georganiseerd. ‘Kinderen uit achterbuurten krijgen een analoge camera, een workshop en de beste foto’s worden tegelijkertijd geëxposeerd online en in elke pop-up galerie. De opbrengst hiervan vloeit terug naar het project, zodat nieuwe projecten op andere locaties kunnen worden gestart.’

Merijn Kavelaars - Biggetjes in Water, 2013

Merijn Kavelaars - Biggetjes in Water, 2013

Koster heeft momenteel nog twee andere uitdagingen. Ten eerste een stabielere inkomstenstroom, hetgeen haalbaar moet zijn. ‘Feitelijk heb ik alles wat ik wil, maar iets meer zekerheid zou wel fijn zijn.’ Haar tweede uitdaging is geen kleine. Koster merkt dat NMAG heel goed wordt ontvangen en de kwaliteit van de kunst op een hoog peil staat. Hierdoor gaat zij voor wereldwijde bekendheid met dit concept. Men moet weten dat dit een serieuze galerie is, maar dat de kunst op een leuke manier verzameld is. ‘Uiteindelijk wil ik met No Man’s Art Gallery bijdragen aan de globalisering van de kunstmarkt.’ www.nomansart.com.

TEKST: Vincent Moleveld

Dit artikel is in de Residence gepubliceerd.