Middeleeuwse kunst: Johan Maelwael
Van 6 oktober 2017 tot 7 januari 2018 eert het Rijksmuseum middeleeuwse kunst met de Nederlands eerste schilder: Johan Maelwael. Rond zijn beroemdste werk de Grote Ronde Pièta - dat bij hoge uitzondering door Musée du Louvre wordt uitgeleend – brengt het Rijksmuseum vijftig adembenemende kunstschatten uit het middeleeuwse West-Europa voor het eerst bijeen. Opgeleid in het hertogdom Gelre, beleefde Johan Maelwael ruim zeshonderd jaar geleden zijn hoogtijdagen als schilder van de machtige hertogen aan het Bourgondische hof. Hij ontwikkelde zich tot een van de succesvolste en best betaalde meesters in West-Europa.
Johan Maelwael, Henry Bellechose, Madonna met Kind engelen en vlinders, Dijon, c. 1415, Berlijn, GemäldegalerieMiddeleeuwse kunst
Voor de eerste keer wordt het werk van Johan Maelwael (Nijmegen, ca. 1370- Dijon 1415) en zijn hertogelijke werkplaats in Dijon in samenhang getoond met schilderijen, handschriften, edelsmeedwerk en beelden van de belangrijkste Nederlandse kunstenaars en hun Franse tijdgenoten uit de periode van de zogenaamde Internationale Gotiek. Verbanden worden gelegd met het werk van de schilders Jean de Beaumetz, Henri Bellechose en Colart de Laon, de beeldhouwers André Beauneveu, Claus Sluter en Claes de Werve, maar ook met de rijk gedecoreerde handschriften van Maelwaels legendarische neven: de gebroeders van Limburg.
Wapenboek Gelre, Claes Heynenoon, c. 1395, Koninklijke Bibliotheek BrusselHofschilder
Begonnen als heraldisch schilder aan het Gelderse hof in Nijmegen vertrok Johan Maelwael rond 1395 als mid-twintiger naar Frankrijk waar hij opdrachten kreeg van Koningin Isabella van Beieren in Parijs. Al gauw werd zijn naam verfranst tot Jean Malouel. Vervolgens werkte hij bijna twintig jaar als hofschilder en kamerdienaar van de Bourgondische hertogen Filips de Stoute en Jan zonder Vrees in Dijon. Tot aan zijn vroegtijdige dood in 1415 beschilderde Maelwael wimpels, banieren en militaire uitrustingen, ontwierp hij patronen voor stoffen, vervaardigde hij grote religieuze schilderingen, schiep hij verfijnde miniaturen in handschriften, voorzag hij beelden van goud en kleur en schilderde hij kleine devotiestukken en portretten. En dat alles met de grootste vakkundigheid en met de meest kostbare materialen als bladgoud, fluweel, ultramarijn en karmozijn. Rond 1400 introduceerde Maelwael zijn drie getalenteerde neven Herman, Paul en Johan van Limburg als miniatuurschilders in Frankrijk. Op dat moment was hij al een van de meest succesvolle en bestbetaalde kunstenaars in West-Europa.
Uitzonderlijke bruiklenen
Slechts een zeer klein aantal schilderijen van Johan Maelwael is bewaard gebleven. Gezien de kwetsbaarheid van het werk, is het uitzonderlijk dat het Musée du Louvre voor deze tentoonstelling het beroemdste schilderij van de Nijmeegse meester, La Grande Pietà ronde, uitleent. Maelwael schilderde de combinatie van de Man van Smarten met de Heilige Drie-eenheid rond 1400 voor Filips de Stoute, hertog van Bourgondië (1342-1404). Foto: Olivier MiddendorpHet paneel, dat geldt als het absolute topstuk van de tentoonstelling, verliet Parijs voor het laatst in 1962 en heeft de afgelopen honderd jaar zelfs minder gereisd dan de Mona Lisa. Totaal komen dit najaar zo’n vijftig uitzonderlijke bruiklenen naar het Rijksmuseum, onder meer van de Bibliothèque nationale de France in Parijs, het Cleveland Museum of Art, de Koninklijke Bibliotheek van België in Brussel en het Metropolitan Museum of Art in New York.