Merijn Kavelaars' artistieke sociaal experiment
Een voormalig haardenspecialist in de Kinkerstraat in Amsterdam is tot en met 7 februari niet meer gevuld met openhaarden, maar van binnen geheel verrijkt met schilderingen van Merijn Kavelaars. ‘No Good Can Come Of This’ vormt een sociaal experiment wat de kunstenaar met zichzelf aanging door zich drie weken in het gebouw op te sluiten. Er vond een explosie van verf plaats en geen enkel stukje muur, plafond of vloer is onaangetast gebleven. Merijn Kavelaars (1985) wordt sinds 2012 vertegenwoordigd door No Man’s Art Gallery, die zijn werk in 2013 voor het eerst presenteerde in Shanghai. Door de dynamiek van deze bruisende stad, nieuwe energie en het contrast met het leven thuis, is hij sinds toen in China gebleven. Hij heeft het gevoel daar meer creatieve ruimte te vinden. Hij uit dit door huizen in verschillende wijken in Shanghai te beschilderen als afbakening van zijn ‘territorium’. In deze stad overkomt Merijn een mate van inspiratie die voorheen onbekend voor hem was: het leven in anonimiteit, het loskomen van sociale structuren en het compleet afhankelijk zijn van zichzelf. Toch ervoer hij tevens een vorm van eenzaamheid en kon hij zich er in het begin niet goed aarden. Het gevoel wat hij in Shanghai voelde, wilde hij nabootsen in Amsterdam. Voor dit experiment sloot hij zichzelf voor 3,5 week op in een leegstaand pand. Hij mocht hier geheel los gaan met verf en kwast en nam het gebouw compleet onder handen. Ondanks dat de ramen geblindeerd waren, had hij wel nog enigszins besef van dag en nacht met behulp van zijn telefoon en het geluid van de trams die langsreden. De eenzaamheid kon hij in die paar weken even goed ervaren als in Shanghai, aangezien hij, behalve de verzorgers van zijn voedsel, geen contact met mensen had.
Foto: Richard van Bennekom
Foto: Richard van Bennekom Bij binnenkomst in de ex-haardenspecialist durf je haast niet rond te lopen aangezien elk stukje in de ruimte zich heeft moeten overgeven aan Merijn’s creativiteit. Je ziet hierdoor moeilijk het verschil tussen schildersdoeken die zich op de muur bevinden en de muur eromheen. Alles lijkt in elkaar over te lopen. Zijn schilderstijl is te bestempelen als een explosie van vormen met veel zwarte contouren en invulling van kleuren als groen, blauw, paars, geel, bruin en roze. De drie weken zullen niet makkelijk geweest zijn, aangezien het lijkt alsof zijn gedachtes als een uitbarsting overal op terecht zijn gekomen. Als de ruimte op de begane grond nog niet indrukwekkend genoeg is, is er ook nog een tweede verdieping met vier, eveneens vol geschilderde, ruimtes. De eerste ruimte was Kavelaars’ leefruimte: een bed met lege bierblikjes op de grond en keukenkastjes vol met eten. Hier hangen eveneens een paar doeken aan de muur die hij eerder gemaakt heeft en op zichzelf staan. De muren heeft hij met opzet intact gelaten, zodat hij hier de rust kon wedervinden na een lange dag schilderen.
De tweede ruimte is een kamer waar zijn werkpak en een documentairefilm getoond worden. De roze onesie zit onder de verfspatten, maar ziet er, voor een ruim drie weken durend project, nog erg schoon uit. De film is gemaakt door kunstenares Giulia Rossini en bestaat uit go-pro beelden en shots die zij in één dag zelf in het huis gefilmd heeft. Aan deze ruimte heeft Kavelaars niet veel toegevoegd omdat hij dit grotendeels aan de kunstenares zelf wilde overlaten. In de kamer hier rechts van heeft iedere oppervlakte een andere kleur, maar bezitten ze allen gezichten met een ‘ball gag’ in de mond. Dit symbool zie je vaak terugkomen in Kavelaars’ werk, wat staat voor het niet beheersen van de Chinese taal. Deze ruimte werd als eerste door Kavelaars aangepakt, dus is in de “veilige fase” tot stand gekomen. Hij heeft dit hoofdje in eerder werk al zo vaak gemaakt, dat hij deze bijna op de automatische piloot kan schilderen.
Derde ruimte gemaakt in Merijn's 'veilige fase' Foto: Richard van Bennekom
Derde ruimte gemaakt in Merijn's 'veilige fase' De laatste, meest rechter ruimte gaat over de geboorte van zijn anderhalf jarige zoontje, Kovo. Hij is nu al net zo eigenwijs en tegendraads als zijn vader, dat Merijn hem op deze manier afgebeeld heeft. De grote blauwe vogel staat voor Merijn zelf, die naar links gaat en de kleine vogel zijn zoontje, die juist de andere kant opgaat. Ook laat hij in deze kamer andere kenmerken zien die volgens hem typisch Chinese cultuur zijn.
De vierde ruimte met als thema Kovo's geboorte Het experiment vormt tevens Kavelaars’ eerste solotentoonstelling in Nederland. Hij merkte in het begin van het project, dat hij door de druk van de expositie die er aan stond te komen, veilig te werk bleef gaan. “Deze vorm van veiligheid bleef aan houden tot het moment dat ik ziek werd, wat twee dagen aanhield. Ik moest toen denken aan een uitspraak die mijn moeder ooit in het Brabants gezegd had: “Je moet niet zo mauwen”. Wat betekent dat je niet zo moet zeuren. Door deze gedachte raapte ik mij bij elkaar en had ik ineens laks aan alles en bedacht ik me dat het toch niet uitmaakte wat ik van de ruimte zou maken. Dit gaf mij plotseling een totale vrijheid, wat je vooral goed terug ziet in de grote ruimte op de begane grond”. https://vimeo.com/152342802