Jeroen Passchiers zoektocht naar perfectie in een imperfecte techniek
Fotograaf Jeroen Passchier is in zijn werken opzoek naar perfectie in een imperfecte techniek. Hij creëert zijn prachtige werken met een tegenwoordig wel erg bijzondere techniek, genaamd het collodiumprocedé. Deze techniek is in 1851 ontdekt door Frederick Scott Archer en is alles behalve gemakkelijk. Digitale fotografie laat ons op een snelle manier beelden vast te leggen, maar Passchier is met deze techniek wel wat langer zoet. Voordat een foto ontwikkeld kan worden, moeten de chemicaliën die voor dit proces nodig zijn worden voorbereid. Daarna begint Passchier met het oppoetsen van een glasplaatje met kalk, zodat de collodium beter hecht op de ruw geworden glasplaat. Collodium is een stroperige substantie die met lichtgevoelige zouten is behandeld. De collodium wordt gelijkmatig van hoek naar hoek over het schone glasplaatje heen gegoten. “Daarna moet ik nagaan of de collodium goed genoeg gehecht is. Dit doe ik door mijn vinger erop te leggen, wat uiteindelijk als een handtekening fungeert.” De plaat moet echter nog wel zodanig nat blijven dat de chemicaliën de fotolaag kunnen bereiken in de collodium. Wanneer dit het geval is, wordt het plaatje in de donkere kamer met zilvernitraat lichtgevoelig gemaakt. Vervolgens gaat het glasplaatje in een cassette die in de camera wordt geplaatst, waarna het 30 seconden tot 5 minuten duurt voordat de foto erop staat. Dit duurt even doordat zo’n plaatje vrij weinig licht opvangt.
Untitled Ambrotype #38, 40x50cm 950 euro ex btw (oplage 15+2AP), 90x102cm 3150 euro ex btw (oplage 5+2AP)
Hierna is het slechts nog een heel kort proces waarin de foto ontwikkeld wordt. In de tijd dat deze techniek werd gebruikt was water zeer schaars, daarom zat de ontwikkelaar in een klein shot glaasje. De ontwikkelaar dat hierin zit moet snel en in één slag over het glasplaatje heen geworpen worden, zodat de ontwikkelaar gelijkmatig verdeeld is. Vervolgens wordt het plaatje gespoeld, waarna de foto negatief verschijnt; zwart is wit en andersom. Dan moet de foto nog gefixeerd worden met cyanide, zodat de foto als positief verschijnt, wat men vroeger ook wel ‘zwarte magie’ noemde. Dit is niet alleen omdat de foto opeens op het glas te zien is, maar ook omdat de fotograaf zwarte handen van deze techniek kan krijgen door de agressieve zilvernitraat.
Deze agressieve stof bijt niet door het glas heen, daar is het te resistent voor. De camera’s zijn dan ook van dik hout vanwege de agressieve stof. De metalen houdertjes waarin de glasplaatjes worden geplaatst in de cassette worden echter wel door deze stof aangevallen. “Dit zie je ook altijd terug in de hoekjes van mijn beelden. Doordat ik met heel veel zwart werk beginnen de hoeken ook te reageren op het zilvernitraat, doordat daar die metalen houdertjes hebben gezeten. Ik zie dat ook wel als een signatuur, als een extraatje voor de foto. Zonder dit zou het niet helemaal af zijn. Vandaar dat ik een witte rand om mijn foto’s heen plaats. Hiermee wil ik laten zien dat dit de gehele plaat is en het echt is hoe ik het heb gefotografeerd”, zo vertelt Jeroen Passchier. In de 19e eeuw sneden ze deze glasplaatjes in strakke ovale passe-partoutjes, om die ‘lelijke’ hoekjes eraf te halen. Die imperfectie is voor Passchier eigenlijk een perfectie: “Dat is onderdeel van het proces geweest, dus dat hoort er gewoon bij.”
De camera's van Jeroen Passchier
Deze zoektocht naar perfectie is vooral goed te zien in zijn ambrotypes #37-39. Passchier heeft drie verschillende cirkels gecreëerd. “Dit zijn elk 3 verschillende cirkels, wat een zoektocht naar perfectie was. Je pols kan niet een mooie ronde slag maken, het is daarom een bewijs van echte perfectie als dit wel lukt, grote schilders als Rembrand maakte deze cirkels in hun schilderijen om hun kunstenaarschap te bewijzen.” Voor Passchier was dit dan ook een interessant onderzoek om te zoeken naar perfectie in zijn imperfecte techniek, natte plaat collodium.
Untitled Ambrotype #37, 40x50cm 950 euro ex btw (oplage 15+2AP), 82x102cm 3000 euro ex btw (oplage 5+2AP)
Zo’n oude techniek beoefenen is dus bij lange na niet gemakkelijk, maar toch probeert Passchier juist in deze techniek een perfectie op te zoeken. “Er zijn geen handleidingen voor deze techniek, alleen enkele richtlijnen die iedereen weer op een andere manier gebruikt. Ik zie het dan ook meer als een ambacht dan fotografie”, aldus Passchier over de collodium techniek. Bekijk hier enkele ambrotypes van Jeroen Passchier, als ook zijn unieke cyanotypie serie. Tekst: Femke van Leeuwen