Interview Thamar van Strij de Regt: Folk Art en Azië
Thamar van Strij de Regt (1981) schildert weer. De keiharde ‘afbreek, opbouw’ methode, die op de modeacademie werd gehanteerd waar ze studeerde in Amsterdam, had haar plezier in kunst voor jaren de kop ingedrukt. Nu nog noemt ze die aanpak ‘een ramp voor creatieve zielen’.
Maar na een loopbaan als visual merchandiser, verantwoordelijk voor de aankleding van grote winkelbedrijven, herontdekte ze gaandeweg haar liefde voor tekenen. Ze begon te experimenteren met gedetailleerde aquareltekeningen en acryl op onbewerkt doek, dat ze wast en verbleekt. Door haar Indonesische afkomst was Thamar als meisje al gefascineerd door Aziatische decoraties. Bloemendessins, vazen of kamerschermen, geisha’s. Aziatische motieven spelen voor de kunstenares ook nu weer een rol. Sinds kort brengt Thamar van Strij de Regt haar werk weer naar buiten en meteen verkocht ze via Online Gallery ‘Turquoise Iris’.
Kunt u iets vertellen over het werk dat meteen werd verkocht via Online Gallery?
Het is een van de eerste bloemen die ik in deze stijl heb geschilderd, en een van mijn favorieten. Ik denk dat deze kleurencombinatie goed heeft uitgepakt. De bloemen stralen een exotische sfeer uit en het bamboe ophangsysteem doet denken aan ‘kakemono’, een veelgebruikte Aziatische manier om kunst te presenteren, maar dan op mijn manier. Mijn werk heeft Aziatische thema’s. Van huis uit heb ik veel Aziatische invloed meegekregen en ik heb mij er ook altijd mee verbonden gevoeld. Mijn moeder werd geboren in Indonesië, en mijn voorouders aan vaderskant hebben in Indonesië gewoond. Ik ben geboren en getogen in Den Haag, met een Nederlandse vader die Pentjak Silat beoefende, een Indonesische vechtkunst, en een moeder die alles ademt wat met Indisch zijn te maken heeft.
Hoe heeft u uw huidige techniek ontwikkeld?
Ik heb waardering voor en kennis van technisch hoogstaande kunst, reguliere stromingen enzovoorts, maar mijn grootste liefde gaat uit naar folk art, die vaak technisch minder exact is en minder bekend. Mijn bloemen schilder ik intuïtief, en naarmate dit proces vordert worden ze steeds abstracter. Ik heb geëxperimenteerd met bijna elk soort materiaal en ontdekte dat ik het praktische van acrylverf fijn vond, maar ook het effect van aquarel. Ik ging acrylverf als aquarelverf gebruiken en zag dat het opbouwen van verschillende lagen goed werkt voor wat ik beoog. Dit heeft geleid tot een techniek die kan worden herhaald, maar die niet per se voor altijd vastligt. Ik doe zoveel mogelijk mijn ding en speel intuïtief totdat ik stuit op iets dat werkt. Het grappige is dat ik eigenlijk graag minutieus en gedetailleerd teken. Maar zoekend naar een eigen stijl bleek het vrije en speelse van de abstracte bloemen enorm bevrijdend te werken.
Welke andere kunstenaars of stromingen zijn een inspiratie?
Rodin, Egon Schiele, Bill Traylor, William L. Hawkins, Jan Toorop en Jasper Krabbé onder andere. Ook natuur en muziek. Ik schilder altijd met muziek aan. Hierbij geldt eigenlijk hetzelfde als met de schilderkunst: ik houd ook van klassieke muziek maar luister vooral naar soul, blues, country en singer-songwriter muziek van de jaren ‘50, ’60 en ’70. Zoals Wilson Pickett, Joe Tex, Emmylou Harris, Bonnie Raitt, Jackson Browne, Ry Cooder, John Prine, tot aan hedendaagse toppers in dat genre zoals Tedeschi Trucks Band, Marcus King en Amos Lee.
Wat is ‘kunst’, voor u?
Een vorm van ontspanning en een uiting van de ziel. Met mijn techniek omarm ik de imperfecties en vergankelijke aspecten van het materiaal, in plaats van ze te minimaliseren of te elimineren. Kunst leeft en ademt.
Voor meer informatie of kunstwerken bezoek de pagina van Thamar van Strij de Regt.
