Hoe zijn musea ontstaan?
GeschiedenisHet woord ‘museum’ is een Latijns woord en is afkomstig van het Griekse woord ‘mouseion’. Een mouseion is een tempel of een plaats gewijd aan de Muzen: de Griekse godinnen van de kunsten. Pas in Alexandrië, het rijk van Alexander de Grote, werd het mouseion voor meerdere doeleinden gebruikt. Het beschikte over een grote bibliotheek en het was een plek waar geleerden naartoe kwamen om zich te wijden aan de studie van geschriften. Het werd dus een opleidingscentrum. Het mouseion draaide vooral om educatie en leren en er werden nog geen objecten tentoongesteld. Dit gebeurde pas in de Renaissance, toen er ruimtes ontstonden voor het tentoonstellen van kunst in een brede zin: schilderijen, beeldhouwwerken, schetsen en andere kunstvoorwerpen. Pas in de 19e eeuw werden deze ruimtes een museum genoemd en kwamen er steeds meer objecten en thema’s bij die ook tentoongesteld werden, zoals postzegels, objecten uit andere landen of stammen en veiligheid. Ondanks de verandering van een ruimte voor studie naar een ruimte voor expositie, bleef en blijft educatie wel een belangrijk aspect van een museum.
Mouseion Alexandrië CollectiesVerzamelingen zijn niet iets van de laatste jaren, maar eerder van de laatste eeuwen. Zo lang men kan heugen, wordt er verzameld. Voor plezier, om te pronken of om gasten mee te ontvangen. In de 17e en 18e eeuw waren de verzamelaars voornamelijk van adel of mensen uit de hoge klasse. Vanaf 1800 waren er heel veel collecties die bestonden uit kunstwerken over de hele wereld en kwam er behoefte vanuit de verzamelaars om hun collectie te delen. Dit deden ze zelf, door hun huis openbaar te maken voor publiek of door hun verzameling na te laten aan de stad. Het oudste museum van Nederland, Teylers Museum in Haarlem, is ontstaan uit de privé collectie van een rijke koopman Piet Teyler van der Hulst. Er waren ook groepen handelaren die samen een ruimte inrichtte met hun collecties, zoals het Wereldmuseum in Rotterdam. De stukken die werden gedoneerd aan de stad, werden onderdeel van het Nationaal Cultureel Erfgoed. Grote, indrukwekkende gebouwen werd vrij gemaakt om de collecties te tonen aan het publiek, zodat ze buiten het alledaagse leven, ook konden genieten en leren van de kunst.
David Teniers the Younger - Privé collectie van Leopold Wilhelm Ongeveer 200 jaar blijven musea en hun collectie hetzelfde, tot de 20e eeuw. Vanaf dat moment veranderde er iets: kunst was niet meer exclusief. Er werd meer geëxperimenteerd in de kunst en de architectuur van musea. Dit kwam voornamelijk omdat men klaar was met de elitaire druk die erop lag en omdat de Tweede Wereldoorlog een nare herinnering was aan realistische kunst. Hitler had een voorkeur voor deze stijl, waardoor alles wat niet in zijn smaak pastte, vernietigd werd of voor gek werd gezet. Kunstenaars wilden zich niet meer associëren met deze vorm van kunst en gingen meer experimenteren. Daardoor groeiden de collecties van musea enorm en kon niet alles tegelijkertijd tentoon worden gesteld. Er was ruimte nodig voor opslag en vaak werd dit gedaan in de kelder van het gebouw of in een externe opslag. Omdat vele collecties onderdeel zijn van het Nationaal Cultureel Erfgoed, zijn er regels aan de bewaring verbonden. De temperatuur in de ruimte moet optimaal zijn, de kunstobjecten moeten verzorgd worden en als nodig, gerestaureerd. MuseaAchter de schermen van een museum gebeurt van alles. Zo worden collecties goed beveiligd, wordt er gewerkt aan de marketing van een museum, zijn er curatoren die gaan over de collecties en de tentoonstellingen en wordt er nagedacht over toekomstige tentoonstellingen. Het is tegenwoordig niet alleen maar kunst kijken en proberen te begrijpen, maar er worden ook vele activiteiten georganiseerd en vaak zijn kunstenaars nauw betrokken bij dit proces. Zoals in de oude mouseions, staat educatie nog steeds centraal en zijn musea nog steeds plekken waar mensen naartoe komen om te leren. Weliswaar niet uit oude geschriften, maar van kunst- en/of volkskundige objecten. Vele musea hebben een vaste collectie met een wisseltentoonstelling, zodat het publiek opnieuw blijft komen om nieuwe schoonheid te ervaren. Musea hebben dus een rijke geschiedenis. Ze zijn afgeleid van de mouseions uit de tijd van Alexander de Grote, waarbij ze functioneerden als opleidingscentrum. In de Renaissance verandert dat en neemt de behoefte aan het tentoonstellen van collecties van verzamelaars toe. Het woord museum komt dan ook als eerst voor en er worden steeds meer verschillende objecten tentoongesteld. Ondanks dat vandaag de dag een museum niet meer functioneert als studieruimte, is het nog steeds een plek waarbij educatie centraal staat.