Een analyse van Georg Baselitz' Straßenbild
Dankzij een uitwisseling tussen Kunstmuseum Bonn en Museum De Pont is Straßenbild (1979/1980) van Georg Baselitz t/m 12 juni 2016 te bewonderen in Tilburg. Straßenbild bestaat uit achttien omvangrijke schilderijen, die zich laten aanschouwen als een rij van ramen waarachter vrouwen in verschillende poses te zien zijn. ‘Ze zwaaien, roepen en hangen uit het raam, vallen er soms bijna uit. De achtergrond is veelal donker, je kunt niet zien wat er zich achter de figuren bevindt. Het zijn vrouwen bij een venster, geïsoleerd van hun omgeving, zonder onderlinge communicatie’, zo geeft Baselitz prijs.
Overzichtsfoto Straßenbild. Bron: De Pont De afzonderlijke gedaantes lijken weliswaar gezamenlijk ten prooi gevallen te zijn voor iets verschrikkelijks, maar hebben geen weet van wat er in de kamer naast hen gebeurd. Of Baselitz’ ondersteboven-weergave van de wereld nu voortkomt uit een afwijzing van conventies, commerciële overwegingen of een afkeur van realisme is, het wekt een vervreemdende spanning op bij deze toch al mysterieuze schilderingen. Wat doen de vrouwen in dat gebouw? Waarom zijn er geen mannen? Hangen de vrouwen zwaaiend en roepend om hulp uit het raam? Eén vrouw lijkt zelfs met haar armen te bonken om aandacht te krijgen of om te ontsnappen.
Het okerrood dat het overgrote merendeel van de vensters omkadert, brengt een associatie van bakstenen met zich mee, die afsteken tegen het contrasterende blauw van de ruiten. Mogelijk zien we een flatgebouw of internaat. Zelfs raamprostitutie is niet uitgesloten, aangezien ten minste één vrouw naakt is afgebeeld en er sprake is van gesloten ruimtes zonder onderlinge communicatie. Het zwaaien en roepen waarover Baselitz spreekt zou dan een radicaal andere betekenis krijgen. Overzichtsfoto Straßenbild. Bron: De Pont De wijze waarop Baselitz de eitempera heeft aangebracht – soms ruw en korrelig, dan weer effen, maar altijd wild (of zelfs buiten zinnen!) – versterkt dit unheimische gevoel. Door de eenvoudige figuratie, de verhullende achtergrond en de expressieve kwaststreken is er niets in de schilderijen dat afleidt van dit gevoel en blijft de kijker aangewezen op zijn eigen duiding van wat er nou precies aan de hand is. Uitgerekend die onzekerheid is een essentieel onderdeel van het werk.
Edvard Munch - Red Virginia Creeper (1898-1900), olieverf op doek, 119,5 x 121 cm. Bron: Edvard Munch.org
Echo’s van Evard Munch zijn in het werk van Baselitz overigens nooit ver weg. Extra interessant is dat in het eveneens rode huis uit Red Virginia Creeper (1898-1900) zich zelfs een soortgelijke lugubere gebeurtenis afgespeeld lijkt te hebben. Toeval?
Tekst: Stijn Geutjes