De collectie van Wilhelm Uhde
In 1979 begonnen plannen om een nieuw museum voor de moderne kunst te bouwen, in het nieuwe stadje Villeneuve-d’Ascq, vlak buiten Lille. Mogelijk gemaakt door een geschenk van Geneviève en Jean Masurel aan het stedelijke gemeenschap van Lille. Ontworpen door architect Roland Simounet opende LaM haar deuren in 1983. Gelegen tegen een enorm park bevat het ook een beeldentuin die gratis te verkennen is. Het complex zelf bevat zalen voor het permanente collectie en tijdelijke exposities, een auditorium, een bibliotheek en een educatieve en culturele afdeling. In 1999 kreeg het museum een grote donatie, een grote collectie outsiderskunst van de L'Aracine associatie. Er werd besloten het museum uit te breiden om de collectie een permanente plek te geven. De kunstige betonnen muren van de uitbreiding, zijn makkelijk te onderscheiden, maar passen toch bij de rode bakstenen van het originele gebouw. Op het moment is een van die tijdelijke exposities de collectie van Wilhelm Uhde. Een Duitser geboren op 28 oktober 1874. Hij was zelf niet kunstenaar, maar een schrijver en verzamelaar, die grote interesse toonde in de kunstenaars zelf. De tentoonstelling bevat schilderijen van zijn collectie, voor zover mogelijk op chronologische orde. Zijn collectie werd namelijk twee keer van hem afgepakt, waarna hij geheel overnieuw moest beginnen. Het eerste deel van de collectie bevat kunst in de stijl van het kubisme. Uhde was een voorvechter van kunstenaars zoals Picasso en Barque. Toen de schilderijen van kubistische kunstenaars te duur werden, begon hij werken van kunstenaars die beïnvloed waren door het kubisme te verzamelen. Een van de eerste kunstenaars die je tegenkomt is Sonja Delaunay. Van 1908 tot 1910 waren zij en Uhde kort getrouwd. Het was voor beide een verstandshuwelijk. Zij was geboren in Oekraïne. Haar ouder waren niet enthousiast over haar carrière als kunstenaar en zetten haar onder druk om terug te keren. Ondertussen kon Uhde zijn homoseksualiteit verschuilen achter hun publieke huwelijk.
In een verdere zaal zijn enkele werken van Henri Rousseau te zien. Rousseau was niet professioneel opgeleid in de kunst, maar had van zichzelf leren schilderen. In de kunstwereld werd hij als een grap behandelt. Uhde was een van de eerste die zijn kunst serieus nam en tentoonstelde. Verder zijn nog vele kunstenaars te zien in de naïeve stijl, een stijl die toegewezen wordt aan alle kunstenaars die niet professioneel zijn opgeleid. Uhde was een voorstander van naïeve kunst. Hij verzamelde en tentoonstelde werken van meerdere onbekende naïeve kunstenaars, waaronder zijn schoonmaker Séraphine Louis.
Het werk van Louis hing in enkele huizen van haar werkgevers. Toen Uhde een van haar schilderijen in 1912 zag in het huis van zijn buurman, was hij verbaast te ontdekken dat zijn eigen schoonmaakster de kunstenaar was. Hierna begon hij haar te helpen. Helaas moest Uhde in 1914 vluchten naar Duitsland. De Franse regering legde beslag op zijn collectie en verkocht het. Maar de catalogus die ze voor de veilig hadden gemaakt geeft een van de beste overzichten van zijn collectie tot die tijd.
In een verdere zaal zijn werken van de kunstenaar Helmut Kolle te zien. Hij ontmoete Uhde in 1918 en ze begonnen een romantische relatie. Mede met de hulp van Uhde ontwikkelde Kolle zich als kunstenaar. In 1924 besloot Uhde terug te keren naar Frankrijk om de kunst van zijn minnaar te tentoonstellen en begon hij opnieuw aan zijn collectie. Het werk van Kolle bevat een portret van Uhde en een zelf portret. Veel van zijn werken waren gefocust op het fysiek van atletische mannen. Veel donkere kleuren geven een melancholisch gevoel. Zelf was hij ziek en de schilderijen reflexteereden wat hij niet meer kon zijn. In 1931 stierf hij op 32-jarige leeftijd.
Bijzonder genoeg kwam Uhde Séraphine Louis, zijn voormalige schoonmaakster, weer tegen in 1927 tijdens een exhibitie. Hij begon haar werk weer te financieren en haar kunst bloeide. Met toegang tot grotere stukken canvas en meer materiaal ontwikkelde ze haar eigen stijl. Het is mogelijk dat ze werd beïnvloed door botanische tekeningen. De achtergronden van haar kleurige plantachtige creaties zijn plat en zonder details. Verder bevatten sommige van de planten zichtbare wortels. De schilderijen wijken ook steeds meer af van haar vroege werk en worden steeds surrealistischer. Twee stukken van Louis uit 1928 zijn in een zaal te zien naast een andere naïeve kunstenaar, André Bauchant, een tuinman.
Hij had veel botanische kennis dat terug te zien is in sommige van zijn schilderijen die lijken op illustraties uit een botanich boek. Beïnvloed door zijn omgeving schilderde hij voornamelijk bloemen en landschappen met dieren op de voorgrond. Hoewel zijn voege werk bestond uit religieuze beelden. De collectie bevat ook een zelf portret van Bauchant, in een tuin, omringd door bloemen. In 1927 organiseerde Uhde het eerste tentoonstelling bestaande geheel uit naïeve kunstenaars. Met onder andere Louis, Bauchant, Rousseau en Louis Vivin. De stukken van Louis Vivin zijn makkelijk te herkennen. De bijna obsessieve manier waarmee hij elke baksteen, tegel en dakpan schildert is niet te missen. Omdat hij en zijn mede naïeve schilders nooit professionele les hebben gehad, missen ze vaak basiskennis over dingen zoals diepte creëren voor een kloppend perspectief. Hierdoor is in meerdere van hun kunstwerken te zien, dat sommige dingen net niet kloppen. Bij Vivin is overduidelijk te zien. Niettemin maakt Vivin fascinerende beelden die lang je aandacht trekken.
In een van de laatste zalen zijn nog een aantal werken van Louis te vinden. Steeds groter en rijker aan kleur. Haar ontwikkeling als kunstenaar is door de collectie heen prachtig te zien. De puntjes en accenten die ze gaf aan haar bladeren werden haar trademark. Alhoewel het met haar carrière goed ging, ging het mentaal helaas steeds slechter. Terwijl ze van Uhde steeds grotere stukken canvas, steeds meer begon te vragen, limiteerde de grote depressie wat hij kon bieden. Uiteindelijk was hij gedwongen haar achter te laten. Drie schilderijen richting het eind van haar carrière weerschijnen de chaos. In 1932 krijgt Louis een psychose met religieuze tonen. Ze wordt opgenomen en kan niet meer schilderen. Uhde meld in 1934 dat ze is overleden, hoewel andere bronnen melden dat ze tot 1942 heeft geleefd in een psychiatrische instelling. Een jood, verschool Uhde zich tijdens de tweede wereldoorlog in Zuid-Frankrijk. Hij wist nog een klein deel van zijn collectie in veiligheid te brengen, maar toen Frankrijk werd binnengevallen door de Duitsers verloor hij praktisch zijn hele collectie. In 1945 verloor Uhde zijn Duitse nationaliteit. Waarschijnlijk door zijn geaardheid gekoppeld met zijn kritiek op het Duitse regime. Na de oorlog begon hij voor de derde keer aan zijn collectie. De laatste ruimte laat werken uit deze tijd zien. Helaas had hij niet lang om zijn collectie uit te breiden. Uhde was een grote voorstander van de naïeve kunst. Hij stierf in 1947 met het geloof dat ongeschoolde spontaniteit de echte kenmerk was van een ware kunst genie. 29/09/17 tot 07/01/18 - Musee LaM
Festival Lille3000
Tijdens het festival Lille3000 zijn er door de hele stad verschillende (moderne) kunstobjecten te zien en exposities te bezoeken.
Tekst: Afke Vogelzang Afbeeldingen & Video: Dewi van Breukelen