Berlinde De Bruyckere
In haar sculpturen toont de Belgische kunstenaar Berlinde De Bruyckere (1964) ons het lichaam en leven in al zijn kwetsbaarheid. Haar installaties van paardenlijven en lichamen roepen een gevoel van troost en liefkozing op, maar ook van angst en geweld. Het werk nodigt de toeschouwer uit zich erin te verliezen, maar wekt ook regelmatig controverse op.
De Brucykere brengt pijn en lijden samen met schoonheid; het lieflijke en het wrange verenigd in een beeld. Ze maakte indruk met de presentatie van haar werk ‘Kreupelhout/Cripplewood’ tijdens de 55ste editie van de Biënnale van Venetië. Het Gemeentemuseum Den Haag is sinds 2011 in het bezit van de sculptuur Into One –Another II,To P.P.P., 2010-2011 en organiseert dit voorjaar een grote overzichtstentoonstelling van haar werk, waarvan een groot deel nooit eerder in Nederland te zien is geweest.
Het lichaam en hoe dit lichaam zichtbaar kan lijden vormt het centrale thema in het oeuvre van De Bruyckere. Vandaag de dag zijn we bijna immuun voor lijden door de overvloed van afschuwelijke beelden die we via de massamedia binnenkrijgen. Berlinde De Bruyckere probeert ons met haar werk opnieuw gevoelig te maken voor het diepmenselijk, tijdloos lijden dat over heel de wereld gelijk is. Ze doet er ons naar kijken en bij stilstaan, maar legt de interpretatie van haar werk niet vast. Daarbij tast ze feilloos af hoever ze kan gaan in het visualiseren van fysieke en emotionele pijn. De Bruyckere bouwt haar sculpturen op uit was, hars, touw en verweerd leer of doek en rijgt afzonderlijke afgietsels in was weer tot één lichaam aan elkaar. Het gaat haar enkel om de lichamen; gezichten worden bedekt door bossen haar of doeken en vaak zijn de hoofden zelfs geheel afwezig. Dankzij speciale pigmenten transformeert de was in de bleke huid waar bloed, aderen en kneuzingen doorheen schemeren. Rode plekken en ‘wonden’ geven de indruk van een gemarteld lijf en roepen associaties op met de religieuze symboliek rond martelaren zoals San Sebastian, wiens figuur van groot belang was voor het werk Kreupelhout /Cripplewood’. Naast religieuze elementen, vindt ook de mythologie zijn plaats in het werk van De Bruyckere. De Methamorphosen van Ovidius, vormen een constante bron van inspiratie. Het paard is eveneens een belangrijk symbool in haar oeuvre. Ze gebruikt dit dier als metafoor voor dood en vergankelijkheid en drukt hiermee in de eerste plaats diepmenselijke gevoelens uit.
Behalve sculpturen vormen ook haar tekeningen en vroeg werk in textiel een belangrijk onderdeel van deze tentoonstelling. De Bruyckere gebruikt haar tekeningen, vaak aquarel en gouache gecombineerd op oud papier of karton, als verdiepende studies in de thema’s die zij eveneens in haar sculpturen verwerkt. Daarbij laat ze zich onder meer inspireren door de lichamen van dansers. Het uitwerken van de ideeën met de dansers in de studio is voor haar van groot belang en resulteerde naast een aantal tekeningenreeksen ook in diverse wassen sculpturen. De tekeningenreeksen zijn geen voorstudies, maar functioneren als zelfstandige werken die de thema’s, die samen als een rode draad haar oeuvre doorkruisen, versterken. De schetsen, tekeningen, aquarellen en sculpturen van De Bruyckere zijn allen verbonden, ze vormen samen een geheel, als een ‘body of works’. De Bruyckere volgde haar studie aan het Sint Lucas in Gent. In 2003 was haar werk voor het eerst te zien in het Italiaans Paviljoen tijdens de Biënnale van Venetië en brak ze internationaal door. Haar werken werden hierna verworven door belangrijke musea, fundaties en privécollecties in binnen- en buitenland. In 2013 keerde zij terug naar Venetië om haar land te vertegenwoordigen in het Belgisch Paviljoen. Bron: www.gemeentemuseum.nl Ga voor meer informatie en data over de tentoonstelling naar www.gemeentemuseum.nl